Honden

Ons team van gezelschapsdierenartsen en assistentes biedt uitstekende diergeneeskundige zorg voor uw hond.

Wij kunnen u een goed advies geven over en begeleiden bij onder andere medische zaken, preventieve gezondheidszorg, gedrag, voeding en verzorging.

  • Aanschaf van een hond
  • dog moving4 Artrose
  • Castratie hond
  • Chocoladevergiftiging
  • Diensten hond
  • tooth Gebit
  • Giardia
  • Progesteronbepaling
  • Sterilisatie hond
  • vaccine3 Vaccinatie
  • Naamloos-1 Vakantie hond
  • Vlooien en teken
  • Worms2 Wormen

Aanschaf van een hond

Voordat u een hond aanschaft is het belangrijk om over een aantal zaken na te denken. Wilt u een jonge hond of liever een wat oudere, wat heeft u te besteden en welk ras past het beste bij u en uw leefgewoontes.

Verschillende rassen hebben heel verschillende karakters en behoeften. Jachthonden of veedrijvers hebben veel energie en moeten naast veel beweging ook mentaal uitgedaagd worden. Erfhonden hebben van nature een waaks karakter. Over de verschillende rassen zijn honderden boeken geschreven. En met de enorme hoeveelheid informatie op internet kunt u de hond vinden die het beste bij u en uw situatie past.

Bedenk goed hoeveel u per maand te besteden heeft. Een hond van 40 kilo eet aanzienlijk meer dan een hondje van 5 kilo. Er zijn vaste kosten voor zaken als ontwormen, vaccinatie, hondenbelasting en eventueel trimmen. Houd een potje achter de hand voor onvoorziene omstandigheden, of verzeker de hond, zodat u deze kosten meer kunt spreiden.

Wilt u een hond uit het asiel of via een herplaatsing? Laat u goed informeren over het karakter van de hond en neem de tijd om kennis te maken. Kan de hond samen met andere dieren; hoe gaat hij om met kinderen en kent de hond de basis commando’s. U mag gerust een paar keer langsgaan om een weloverwogen keus te maken. Het is vervelend als u een hond adopteert en na een paar dagen al tot de conclusie komt dat het niet gaat.

Wilt u liever een pup? Vanuit een rasvereniging kunt u informatie krijgen over betrouwbare fokkers. Een hond met een stamboom kost gemiddeld tussen de 600 en 1200 euro. Wees altijd op uw hoede als een rashond voor veel minder geld wordt aangeboden. De handel in pups is de laatste jaren enorm toegenomen, waarbij het dierenwelzijn wordt aangetast. Helaas is hierbij de uitdrukking ‘goedkoop is duurkoop’ vaak van toepassing. Vooral als later blijkt dat de gezondheid van het dier toch te wensen overlaat of gedragsproblemen ontstaan.

Gaat u bij een nestje kijken, wees dan kritisch en zorg dat u naar een aantal zaken kijkt en informeert. Zijn de pups in een huiselijke omgeving opgegroeid en is de rest van het nest en de moeder aanwezig? Heeft de fokker maar 1 of enkele nesten in huis? Zijn de pups schoon, vrij van vlooien, onderzoekend en nieuwsgierig? Vraag na bij de fokker wanneer de pups ontwormd zijn en of ze met 6 weken zijn gevaccineerd en gechipt.

Het is wettelijk verplicht om pups tot 7 weken bij de moeder te laten, niet alleen voor de voeding, maar ook voor het contact met nestgenoten. Laat u dus niet verleiden om een pup van 6 weken mee naar huis te nemen. Ga als u de pup in huis neemt even langs uw dierenarts voor controle. Voor vragen kunt u altijd bellen of binnen komen lopen.

dog moving4 Artrose

Veel oudere honden krijgen last van artrose. Dit wordt vaak als eerste opgemerkt in de ochtend. Na een nacht slapen zijn alle gewrichten stram en stijf en in de loop van de dag worden ze weer wat soepeler waardoor de hond weer beter gaat lopen. Artrose is een pijnlijk proces en daarom is het belangrijk om deze ziekte tijdig te herkennen.

Artrose is slijtage van het gewricht. Dit ontstaat als het kraakbeen wordt aangetast en als reactie hierop extra bot wordt aangemaakt. Als het proces eenmaal in gang is gezet, zal de artrose zich blijven verergeren; de snelheid waarin dit gebeurt verschilt van dier tot dier.

Symptomen

Een gezond gewricht zal soepel bewegen door de kraakbeenlaagjes op het bot en gewrichtsvloeistof. Door artrose wordt de beweging belemmerd en dit veroorzaakt pijn bij het bewegen. Vaak is dit het duidelijkste te zien aan het begin van de dag. De gewrichten zijn dan stijf en de hond loopt stram. Met wat beweging worden de gewrichten soepeler en gaat het bewegen makkelijker.

Een aantal dingen die op pijn kunnen wijzen zijn:

  • Moeilijk opstaan
  • Stijfheid met lopen
  • Niet meer willen springen of traplopen
  • Meer liggen
  • Minder enthousiast om uit te gaan
  • Minder reactie op leuke dingen
  • Grommen bij aanraking

Diagnose

Tijdens het lichamelijk onderzoek zijn de aangetaste gewrichten soms verdikt en vaak pijnlijk bij bewegen. De definitieve diagnose van artrose wordt gesteld door middel van röntgenfoto’s. Hierop is de extra botgroei rond een gewricht te zien. Met behulp van röntgenfoto’s kunnen ook andere redenen voor pijn worden uitgesloten, zoals bijvoorbeeld een breuk of een bottumor.

Behandeling

De behandeling van artrose bestaat uit 4 factoren:

  1. Pijnstilling en ontstekingsremming: hierdoor gaat bewegen weer beter en pijnvrij. Door de ontstekingsremmende werking zal het proces van artrose worden afgeremd.
  2. Supplementen:
    Supplementen die een specifieke ontstekingsremmende werking hebben op het gewricht met artrose.
    Supplementen of voeding die de gewrichten verder kunnen ondersteunen.
  3. Gewicht: overgewicht betekent een extra belasting voor de gewrichten. Als uw huisdier last heeft van overgewicht kunnen wij helpen met het afvallen door middel van een dieet en begeleiding.
  4. Beweging: het is belangrijk om een hond met artrose in beweging te houden. Hierdoor blijven de gewrichten soepel, behoudt de hond spiermassa en kracht. Daarnaast is het belangrijk om overgewicht te voorkomen. Zorg voor een regelmatige, gecontroleerde beweging, afgestemd op uw hond.

Artrose zorgprogramma

Voor honden met artrose is het belangrijk om in beweging te blijven en om spiermassa te behouden. Om u en uw hond daarbij te helpen hebben wij een artrose zorgprogramma opgestart. Dit programma bestaat uit massagetechnieken en bewegingsoefeningen die u samen met onze assistente gaat toepassen bij uw hond. Daarnaast is het de bedoeling dat u ook thuis aan de gang gaat met deze technieken. Het is een intensief programma maar daardoor is het effect vaak al na enkele weken te zien. De assistente zal in het begin wekelijks met u en de hond aan het werk gaan en met u bespreken hoe het thuis gaat. De gekozen technieken worden afgestemd op de mogelijkheden van de hond en de locatie van de artrose.

Vermoed u artrose bij uw hond? Wacht niet te lang af en maak een afspraak om uw hond na te kijken.

Castratie hond

Castratie van de reu wordt niet standaard aanbevolen, maar kan in een aantal gevallen wel verstandig zijn. Een belangrijke indicatie is het optreden van ongewenst gedrag, zoals weglopen, rij-gedrag en dominantie problemen. Het is belangrijk te beseffen dat ongewenst gedrag op meerdere fronten moet worden aangepakt. Op onze kliniek hebben wij een assistente die gespecialiseerd is in gedrag die u hierbij kan helpen.

Daarnaast zijn er medische redenen om te castreren. Voorhuidontsteking wordt nogal eens gezien bij niet-gecastreerde reuen. Dit kan ook behandeld worden met speciale cleaner, maar vaak komt het probleem dan weer terug. Na castratie daalt de testosteron spiegel in het bloed en is het probleem meestal verholpen.

Bij oudere reuen kan de prostaat een probleem vormen. De hond verliest druppeltjes bloed en heeft soms aandrang. De prostaatvergroting wordt meestal veroorzaakt door een goedaardige weefseltoename. Dit alles gebeurt onder invloed van hormonen. Door te castreren verdwijnt de invloed van testosteron en zal de prostaat weer kleiner worden, dit kan een chirurgische of een chemische castratie zijn.

Bij niet-gecastreerde reuen zonder een van bovengenoemde problemen is er geen indicatie voor castratie.

De operatie

Het liefst castreren we wanneer de hond is uitgegroeid. Afhankelijk van het ras is dat tussen de 9 en 14 maanden. De hond wordt onder totale narcose gebracht en zal in rugligging worden geopereerd. De testikels worden via een sneetje in de huid verwijderd. De bloedvaten worden afgebonden en de huid wordt weer dicht gehecht, als het lukt gebeurt dit onderhuids. Afhankelijk van het karakter van de hond, krijgt hij een kraag om of kunnen we de hond een beschermend rompertje aanpassen.

Na de operatie blijft uw hond onder ons toezicht tot hij voldoende wakker is en naar huis kan. De eerste week zal de hond rustig aan moeten doen en na 10 dagen kunnen eventuele hechtingen worden verwijderd.

Chemische castratie

In sommige gevallen kan een chemische castratie gewenst zijn. Bijvoorbeeld als een reu op latere leeftijd nog als dek-reu moet worden ingezet, of om te beoordelen of gedragsproblemen verbeteren met een castratie.

Er zijn 2 verschillende opties om chemisch te castreren. Met een injectie kan een kortdurend effect worden bereikt, maar deze werkt niet voor alle reuen even effectief. Voor een lange termijn oplossing is er een implantaat dat 6 tot 12 maanden werkt, hier zien we eigenlijk altijd goede resultaten van. Een nadeel is dat het libido de eerste weken toe kan nemen en dat het tot 6 weken duurt eer de reu onvruchtbaar is.

Cryptorch

Wanneer één of beide testikels niet zijn ingedaald noemen we een hond cryptorch. Dit is geen medische noodzaak om de hond te castreren. Wel is het verstandig om niet met deze honden te fokken.

De testikels in de buik hebben, door de hogere temperatuur in de buik, een verhoogde kans op het ontstaan van tumoren. Op het moment dat er een afwijking in de testikels geconstateerd worden, is die goed operatief te verhelpen.

Mocht het toch nodig zijn om een cryptorche hond te castreren dan is de castratie wat uitgebreider dan normaal. De niet ingedaalde testikels zitten meestal in de buik en via een  snede in de huid en buikwand kunnen deze worden gelokaliseerd en verwijderd. Mocht de hond ook nog een ingedaalde testikel hebben dan wordt deze via de normale manier verwijderd.

Chocoladevergiftiging

In chocolade zit de stof theobromine die giftig is voor honden (en katten). Over het algemeen geld dat hoe donkerder de chocolade is, hoe hoger de concentratie theobromide en des te gevaarlijker het is voor een hond. Naast het type chocolade is ook het gewicht van de hond van groot belang om in te schatten of de ingenomen chocolade voor problemen .

Verschijnselen van een chocolade vergiftiging gaan van milde klachten zoals braken en diarree tot heftige symptomen zoals aanvallen en overlijden.

Als een hond chocolade heeft gegeten is het belangrijk om snel te handelen. Eerst moet gekeken worden of er sprake is van een gevaarlijke dosis. Is dat het geval dan is het belangrijk om de hond zo snel mogelijk te laten braken om verdere opname van de chocolade te voorkomen. Eventueel kan achteraf nog actieve kool worden gegeven. Of in ernstigere gevallen kan de hond aan het infuus moeten.

Klik hier om advies te krijgen of het verstandig is om naar de dierenarts te gaan als uw huisdier chocolade op heeft. Hiervoor is het belangrijk dat u een idee heeft van het gewicht van uw hond, het type chocolade en de hoeveelheid die de hond heeft gegeten. 

Let wel op om kg en grammen te gebruiken!

Bij twijfel kunt u natuurlijk altijd even overleggen met onze praktijk, wij zijn altijd telefonisch te bereiken. 

Diensten hond

Diensten honden

  • Gezondheidscontrole
  • Vaccinatie
  • Titeren
  • Consult bij klachten
  • Operatie
  • Voedingsadvies
  • Advies over gedrag
  • Röntgen
  • Echo
  • Bloedonderzoek
  • Urine-onderzoek
  • Mestonderzoek
  • Bloeddrukmeting
  • Progesteronbepaling
  • Parasietenbestrijding

tooth Gebit

Het herkennen van gebitsproblemen

Slecht eten, stinken uit de bek en kwijlen zijn allemaal dingen die kunnen worden veroorzaakt door problemen met het gebit. Gebitsproblemen bij honden komen veel voor en veroorzaken pijn en ongemak. Mocht u merken dat uw huisdier last heeft van tandsteen is het verstandig om dit te laten verwijderen.

Honden worden zonder tanden geboren en krijgen, net als mensen, eerst een melkgebit. Vanaf 3 maanden leeftijd wordt dit geleidelijk gewisseld voor het permanente gebit. Dit is een moment waarop het verstandig is om het gebit van uw huisdier regelmatig te controleren. Vooral het wisselen van de hoektanden geeft nog wel eens problemen als de melktand vast blijft zitten en daardoor de permanente hoektand geen ruimte heeft. De hoektand kan dan scheef gaan groeien en in het tandvlees gaan prikken. Als u gebruik maakt van ons puppyconsultatiebureau dan zullen onze assistentes hier ook aandacht aan besteden.

Veruit de meeste problemen worden echter veroorzaakt door tandsteen. Dit begint met de vorming van tandplak en vervolgens tandsteen. Door de aanwezigheid van tandsteen en bacteriën raakt het tandvlees geïrriteerd en ontstoken wat pijn geeft. Dit bezorgt een dier veel ongemak met eten en vaak geeft dit een onaangename geur uit de bek. Deze ontsteking is ook gevaarlijk omdat het via het bloed terecht kan komen in belangrijke organen, zoals het hart.

Om problemen tijdig te herkennen is het belangrijk dat u regelmatig het gebit van uw huisdier controleert. Niet elk dier is even gevoelig voor het vormen van tandplak maar bij alle dieren is het zinvol om ze al op jonge leeftijd te laten wennen aan het nakijken van het gebit.

Gebitsverzorging

De gouden standaard voor het onderhoud van het gebit is tanden poetsen. Hiermee wordt de aanslag het meest effectief verwijderd. Omdat honden en katten niet tegen fluoride kunnen is er een speciale tandpasta voor dieren beschikbaar. Deze tandpasta is ook smakelijker voor uw dier, waardoor het minder weerstand geeft bij het poetsen. U kunt het beste op jonge leeftijd al beginnen met het poetsen. Maar ook oudere dieren kan het nog prima worden aangeleerd. Het is belangrijk om langzaam op te bouwen. Laat het dier eerst wennen aan het vasthouden van de mond, plaats rustig u vinger op de tanden en beloon het dier na elke sessie. Ga elke dag een stukje verder, totdat u de tanden helemaal kunt poetsen. Het beste is om dagelijks te poetsen, maar de nodige frequentie is per dier verschillend.

Andere maatregelen om het gebit schoon te houden zijn minder effectief. Deze methodes kunnen soms wel helpen bij een schoon gebit om de terugkeer van tandplak en tandsteen tegen te gaan. Maar zijn meestal niet zo effectief bij een hond die al tandsteen heeft.

  • Reinigende pasta kan op de tong of tandvlees van het dier worden gebracht en heeft dan een remmend effect op bacteriën, waardoor de geur frisser blijft en de elementen schoner.
  • Er zijn vele soorten kauwstaafjes op de markt die meer of minder goed werken tegen tandsteen. Sommige geven alleen fysieke reiniging, andere bevatten ook bestanddelen, die de vorming van tandsteen voorkomen en een antibacteriële werking hebben. Sommige kauwstaafjes bevatten veel calorieën, en zijn dus niet zo geschikt om dagelijks te geven. Wij hebben goede ervaring met Orozyme® kauwsticks.
  • Honden die gevoelig zijn voor tandsteen kunnen ook baat hebben bij een speciaal gebitsverzorgend dieet. Dit dieet zorgt, door speciale structuur, grootte en vorm van de brokken dat de tanden en kiezen tijdens het kauwen goed gereinigd worden. Daarnaast bevat het bestanddelen, die de vorming van tandsteen tegen gaan. Bijvoorbeeld Hills T/D.
  • Toevoegingen aan het drinkwater of voer geven kunnen vermindering van tandsteenvorming geven en een frissere geur in de bek. Hierbij is het wel belangrijk dat het gebit al goed schoon is, het zal geen tandplak of tandsteen verwijderen. Orozyme Aquadyl® kan door het drinkwater worden gedaan, Orozyme Buccofresh® is een poeder voor over het voer.

Gebitssanering

Heeft uw hond veel tandsteen of zelfs ontstoken tandvlees dan is een gebitssanering nodig. Onze assistentes zorgen voor een deskundige reiniging van het gebit. Om dit goed uit te kunnen voeren wordt het dier onder narcose gebracht. Alle tanden en kiezen worden schoongemaakt. Indien nodig worden er behandelingen door de dierenarts uitgevoerd, met name als er tanden en kiezen getrokken moeten worden. Dit is soms nodig als ze los zitten, beschadigd zijn of er bij de wortel een ontsteking zit.
Na de gebitsreiniging kunnen wij u adviseren hoe u herhaling van de klachten kunt voorkomen, u krijgt ook een oproep om na 2 maanden op een gratis controle consult te komen bij een van onze assistentes. Aan de hand van de bevindingen kan een advies op maat gegeven worden.

Gebitsverzorging moet worden afgestemd op het individuele dier. Voor advies bent u altijd welkom op de kliniek of kunt u even bellen.

Giardia

Giardia is een infectie die voor veel van de diarree gevallen bij honden verantwoordelijk is. Giardia is een darmparasiet (een flagellaat). Niet alle honden worden ziek van de infectie er zijn ook symptoomloze dragers. 10-20% van de honden kan besmet zijn met Giardia.

Infectieroute en symptomen

Giardia produceert cystes, deze cystes worden uitgescheiden met de ontlasting van uw hond en komen zo in de omgeving en in de vacht terecht. Door het wassen van de vacht door uw hond vindt er voortdurend herinfectie plaats van uw huisdier. Daarnaast kunnen andere dieren de cystes uit de omgeving opnemen.

Niet iedere hond wordt ziek van een besmetting het zijn met name de dieren met een lagere weerstand die klinische symptomen gaan ontwikkelen. Daarom zijn het vaak jonge dieren die deze infectie doormaken, pups hebben van nature een mindere weerstand. daarnaast veroorzaakt de verhuizing van de fokker naar de nieuwe eigenaar stress, waardoor ook de weerstand lager wordt. Ook oude dieren hebben een lagere weerstand en zijn gevoeliger. Bij een hoge infectiedruk kunnen alle honden geïnfecteerd raken.

Giardia veroorzaakt een chronische diarree bij honden. Er kan bij pups een groeiachterstand optreden. Vaak is de ontlasting, in eerste instantie, wat wisselend van consistentie. Meestal is uw hond er niet echt ziek van, maar zeker bij een zware infectie kunnen er wel degelijk ernstiger vormen van diarree voorkomen. Ook zal de algemene conditie achteruit gaan, minder goed in de vacht zitten en wat gaan vermageren.

Diagnose

Bij aanhoudende diarreeproblemen en met name bij jonge dieren zal onze dierenarts al snel aan een Giardia infectie denken. Door wat ontlasting af te nemen en een sneltest test te doen kunnen we snel en met zekerheid een infectie vast stellen. Daarnaast is er microscopisch onderzoek van de ontlasting mogelijk (dan is het wenselijk om 3 dagen ontlasting te verzamelen).

Therapie

De therapie bestaat uit behandeling met panacur of metronidazol, het is niet altijd te voorspellen op welk middel de parasiet het beste reageert. Om herbesmetting te voorkomen is het belangrijk  om uw hond ook te wassen. Bij voorkeur bij aanvang van de behandeling en dagelijks het achterwerk van uw hond.

Omdat giardia erg bemettelijk is moeten alle honden en katten in het huishouden gelijktijdig te behandelen. De parasiet kan een dusdanige schade aanrichten aan de darm dat de diarree soms onvoldoende onder controle is als de parasiet al dood is. Daardoor passen we soms ook nog andere middelen en dieetmaatregelen toe.

Naast behandeling van uw huisdieren is hygiëne erg belangrijk, ruimtes moeten grondig gereinigd worden en daarna goed drogen. Kleedjes en dergelijke op 60 graden wassen, daarna kunnen ze het beste in de droger of in de felle zon gedroogd worden.

Besmettelijk voor de mens

Het is erg belangrijk om op de hygiëne te letten als uw hond geïnfecteerd is met giardia, Giardia is namelijk ook besmettelijk voor mensen. Daarom steeds handen wassen, contact met de ontlasting proberen te vermijden. Ontlasting in tuin en op veldjes waar kinderen spelen goed opruimen.

Progesteronbepaling

Loopsheid bij de hond

Gemiddeld wordt een hond een keer in de 6 maanden loops, bij sommige honden kan er tussen twee loopsheden langer zitten (soms wel tot een jaar). Tijdens de loopsheid is de teef maar een aantal dagen goed vruchtbaar.

Het optimale dektijdstip ligt meestal rond de 13 dagen na het begin van de loopsheid. Echter er is sprake van veel variatie. Sommige teven zijn al na 8-9 dagen goed vruchtbaar, andere teven pas na 18 dagen. Als er geen reu voorhanden is is het dektijdstip vaak moeilijk te bepalen. Daarnaast is het niet bij alle teven gemakkelijk vast te stellen wanneer ze begonnen zijn met de loopsheid.

Progesteronbepaling

In het bloed kunnen wij het progesterongehalte meten. Als er een eisprong plaats heeft gevonden zal het progesterongehalte in het bloed snel gaan stijgen. Aan de hand van de gevonden waarde geven wij u advies wanneer uw hond hertest moet worden of naar de reu kan.

De progesteronbepaling is met name nuttig bij honden die slecht laten zien wanneer ze loops zijn of al eerder gedekt zijn zonder drachtig te worden. Ook is het zinvol als de reu ver weg woont en de eigenaar van de reu niet wil dat de teef een aantal dagen bij de reu verblijft.

Praktische uitvoering

U maakt vanaf de 7de of 8ste dag van de loopsheid een afspraak om bloed te prikken. Wij bepalen de waarde in het bloed en binnen enkele uren geven wij u de uitslag door. Afhankelijk van de gevonden waarde kunnen er verschillende adviezen gegeven worden.

Progesteronwaarde lager dan 2 ng/ml :  na 2 dagen hertesten (soms zelfs na 3 dgn)

Progesteronwaarde van 3-7 ng/ml :  na 1 dag hertesten

Progesteronwaarde 8-9 ng/ml:  de volgende dag dekken

Progesteronwaarde > 10 ng/ml:   dezelfde dag dekken

Vaak zijn er meerdere bepalingen nodig, de kosten worden per keer in rekening gebracht. Wij streven ernaar om zo min mogelijk op zondag te testen. Soms is dit echter wel wenselijk, de kosten zijn op zondag hoger als door de week of op het inloopspreekuur op zaterdag.

Sterilisatie hond

De sterilisatie is de meest uitgevoerde operatie bij de teef. De belangrijkste reden om te steriliseren is voorkomen dat een hond loops wordt en drachtig kan worden. Daarnaast zijn er medische redenen om tot sterilisatie over te gaan. Eigenlijk is de sterilisatie zoals wij die uitvoeren een castratie. Waarbij de eierstokken worden verwijderd. De baarmoeder wordt tijdens de operatie beoordeeld en zo nodig ook verwijderd.

Er zijn verschillende redenen om een hond te steriliseren:

  • Voorkomen van loopsheid en dracht.
  • Verlagen van de kans op melkkliertumoren op oudere leeftijd
  • Voorkomen van baarmoederontsteking op latere leeftijd
  • Verminderen van de kans op suikerziekte
  • Voorkomen van schijnzwangerschap

De operatie

Bij voorkeur steriliseren we de teef circa 3-4 maanden na de eerste loopsheid. Het risico op complicaties is dan het kleinste. Ook is het mogelijk om voor de eerste loopsheid te steriliseren, omstreeks de leeftijd van 6 maanden. Dit heeft als nadeel dat de teef nog niet geheel volgroeid is. Het voordeel van vroeg steriliseren is dat de eerste loopsheid voorkomen wordt en er dus geen ongewenste dracht kan optreden.

De hond wordt onder totale narcose gebracht en zal in rugligging worden geopereerd. In het midden van de buik wordt er een zo klein mogelijk sneetje gemaakt en de eierstokken worden verwijderd. De baarmoeder wordt verwijderd als daar een indicatie voor is.

Na de operatie blijft uw hond onder ons toezicht tot ze voldoende wakker is en naar huis kan.

De eerste dag na de operatie is ze vaak nog een beetje rustig en zal nog wat minder eten. Daarna gaat het snel beter. Na ongeveer 10 dagen worden de hechtingen (als het nodig is) verwijderd. Om te voorkomen dat de hond de wond te veel likt krijgt de hond een kraag of een romper mee. U kunt zelf kiezen wat u het fijnste vindt.

Nadelen van de sterilisatie

  • Door de hormonale veranderingen heeft de hond de neiging om dikker te worden, daarom is het verstandig de voeding te verminderen en het gewicht in de gaten te houden.
  • Met name grotere honden kunnen een enkele keer op oudere leeftijd incontinent worden, dit is met medicijnen goed te behandelen.
  • Vachtveranderingen kunnen plaats vinden bij sommige rassen.
  • Een agressief teefje kan agressiever worden.

Over het algemeen is het zo dat de voordelen ruimschoots opwegen tegen de nadelen.

Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze informatie, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

 

vaccine3 Vaccinatie

Met een vaccinatie wordt een dier gestimuleerd om antistoffen te maken, die beschermen tegen een bepaalde ziekte. Vaccineren is voor alle honden zinvol, ook als u hond geen direct contact heeft met andere honden. Ziektekiemen kunnen ook worden doorgegeven via mensen, de omgeving en via de lucht. Het entschema wordt bepaald door de leeftijd en leefgewoontes van het dier. Wij vaccineren volgens een modern entschema, aangepast aan de individuele eisen van uw hond. De schema’s die we hanteren zijn al jarenlang beproefd. Daarnaast bieden we de mogelijkheid om te titeren.

Parvovirus, Besmettelijke leverziekte en Hondenziekte

Parvovirus (CPV), besmettelijke leverziekte (CAV) en hondenziekte (CDV)  worden alle drie veroorzaakt door virussen en geven heftige symptomen. Ze kunnen tot de dood leiden. Sinds er voor deze ziektes gevaccineerd wordt, komen ze gelukkig veel minder voor in de hondenpopulatie in Nederland. Na een goede basisvaccinatie als pup, met een herhaling op 1 jaar leeftijd, is uw hond 3 jaar beschermd. Bij het volgen van het standaardschema is de garantie op voldoende bescherming het hoogste, alhoewel er nooit sprake kan zijn van 100% bescherming.

Titeren

Naast het 3-jaarlijks vaccineren tegen bovenstaande ziektes, kunt ervoor kiezen om te titeren. Door middel van de RapidSTATUS™ TiterTest™ Canine kunnen we meten of er bij uw hond nog voldoende afweer is tegen deze ziektes. Bij voldoende afweer zal besproken worden wanneer het verstandig is om de test te herhalen, dit zal 1 of 3 jaar zijn afhankelijk van de leeftijd van de hond. Bij onvoldoende afweer moet de hond worden gevaccineerd.

Tijdens het consult kijken we de hond eerst uitgebreid na. Er wordt bloed afgenomen voor de test en na ongeveer 15 minuten hebben we een uitslag. Dan kunnen we uw hond vaccineren, afhankelijk van de uitslag enkel tegen Leptospirose, of in combinatie met Parvo of de cocktail Parvo, Hondenziekte en besmettelijke leverziekte. En zetten we de uitslag van de test en de vaccinaties in het paspoort. Gaat uw hond naar het pension, informeer dan wel of het pension een titerbepaling accepteert in plaats van de vaccinatie tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverziekte.

Voor de ziekte van Weil (leptospirose), de besmettelijke hondenhoest (Bordetella bronchiseptica) en Rabiës is titeren niet mogelijk.

Leptospirose

Ziekte van Weil, oftewel leptospirose, geeft verschillende symptomen zoals koorts, gewrichtspijn en moeilijk lopen, sloomheid, misselijkheid, veel drinken en plassen en bloedingen. Leptospirose kan dodelijk zijn. Honden kunnen besmet raken door direct contact of geïnfecteerde urine. De ziekte is overdraagbaar tussen diersoorten en ook naar mensen.

Kleine knaagdieren zoals ratten en muizen spelen een rol in de overbrenging. Uitlaatplaatsen, zwemwater en stilstaand water vormen een risico voor infectie, niet alleen door het drinken van water maar ook door het eten van gras. Wij vaccineren met de nieuwste  entstof, die afweer geeft tegen meerdere varianten van de bacterie (die in Nederland voorkomen). Na een basisvaccinatie (2 vaccinaties met 3-4 weken ertussen) geeft een enting 1 jaar bescherming.

Kennelhoest

Kennelhoest is een zeer besmettelijke infectie aan de voorste luchtwegen van de hond. Hoewel de naam dat wel doet vermoeden, wordt kennelhoest niet alleen in kennels opgelopen. De besmetting kan overal plaatsvinden waar honden direct contact hebben. Kennelhoest wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. Naast virussen en bacteriën spelen ook stress, hygiëne en huisvesting een rol. De belangrijkste verwekkers zijn de bacterie Bordetella bronchiseptica en het paraïnfluenza virus. Kennelhoest wordt overgedragen door rechtstreeks contact (snuffelen aan elkaar) of via de lucht.

De vaccinatie gebeurd door middel van een neusdruppel. Hoewel vaccinatie tegen kennelhoest geen 100% bescherming geeft, zal de infectie bij gevaccineerde dieren minder heftig verlopen. Daarnaast zal in de meeste gevallen de infectie voorkomen worden. De kennelhoest vaccinatie wordt aanbevolen voor honden die veel in contact komen met andere dieren. Bijvoorbeeld in pension, training, uitlaatvelden etc. Bovendien eisen de meeste  pensions  een bewijs van vaccinatie tegen kennelhoest voordat de hond wordt toegelaten in het pension.

Rabiës

Wilt u uw huisdier meenemen naar het buitenland, dan is een Europees Paspoort, chippen en de vaccinatie tegen rabiës verplicht. De vaccinatie moet minimaal 21 dagen voor vertrek gegeven worden. Sommige landen stellen nog extra eisen, zorg dat u hiervan op tijd op de hoogte bent. De website van het LICG bevat veel informatie over het reizen met uw huisdier.

U kunt u hond tegen meerdere ziektes beschermen door te vaccineren. Het entschema wordt afgestemd op de leeftijd en leefgewoontes van het dier. Wilt u uw huisdier laten vaccineren, of heeft u nog vragen over het vaccineren, neemt u dan contact op.

Naamloos-1 Vakantie hond

Tijdens de vakantie moet er ook wat geregeld worden voor de hond. Gaat de hond naar een oppasadres of naar pension? Of mee op vakantie? Afhankelijk van waar u voor kiest zijn er een aantal zaken waar u rekening mee moet houden. Zorg dat u goed bent voorbereid en voorkom onnodige stress vlak voor of tijdens de vakantie.  

Oppas 

Heeft u een oppas voor de hond, of iemand die de hond in zijn vaste omgeving komt verzorgen, plan dan voor de vakantie vast een oefendagje in. Blijkt dan dat het niet goed gaat binnen het opvangadres, bijvoorbeeld met de andere dieren in huis, heeft u nog tijd om op zoek te gaan naar een andere oplossing.  

Pension  

Zorg dat u bij een pension op tijd reserveert. In de drukke vakantieperiode zijn veel pensions volledig bezet en is het niet mogelijk om op het laatste moment een plekje te krijgen. Informeer ook tijdig naar welke vaccinatieverplichtingen het pension stelt. Zijn er specifieke gezondheids- of gedragsproblemen, overleg dit van te voren zodat de verzorgers hiervan op de hoogte zijn. Geef het ook duidelijk aan als u een teefje heeft die loops is, dit net is geweest of kan worden.  

Mee op vakantie 

De reis  

Gaat u een lange reis maken? Zorg er voor dat uw voldoende ruimte reserveert in de auto op een veilige plaats. Laat de temperatuur niet te hoog oplopen en ventileer goed zodat uw hond ook zijn warmte kwijt kan. Laat de hond tijdens de plaspauzes lekker bewegen en zorg dat u water en voer bij de hand heeft. Laat hem nooit in de auto achter, dit kan levensgevaarlijk zijn. Voor dieren die last hebben van reisziekte zijn medicijnen beschikbaar. Honden met reisziekte hebben vaak last van kwijlen, soms braken en zijn vaak angstig en onrustig tijdens de autorit. 

Naar het buitenland  

Als u naar het buitenland reist zijn er aanvullende maatregelen nodig om uw huisdier goed te beschermen tegen parasieten. En zijn er verplichtingen met betrekking tot het paspoort en vaccinaties. In warme gebieden moet u ook goed uitkijken dat uw hond niet oververhit raakt. En zorg dat de reis en het verblijf zo aangenaam mogelijk zijn. 

Alle dieren die buiten Nederland komen, moeten in het bezit zijn van een Europees paspoort. Daarnaast moeten ze zijn gechipt en gevaccineerd voor hondsdolheid (rabiës), minimaal 21 dagen voor vertrek. Gaat u naar Engeland of Noorwegen? Dan moet uw hond voor vertrek ontwormd worden bij de dierenarts en dit in het paspoort vermeld worden. Voor verdere reizen, of als u met het vliegtuig gaat, kunnen aanvullende eisen per land verschillen. Dit kunt u opzoeken op de website van het LICG. Vraag ook bij uw vakantieadres na welke eisen zij stellen, soms zijn aanvullende vaccinaties vereist.  

Bescherming tegen parasieten 

Welke keuze u ook maakt, het is sowieso verstandig om te behandelen tegen vlooien en teken voor de vakantieperiode. Op vakantie in binnen- en buitenland zijn soms andere parasieten actief, die ziektes kunnen overbrengen. Afhankelijk van waar u naar toe gaat kunnen andere middelen nodig zijn dan wat u standaard gebruikt. En soms is het ook nodig om bij thuiskomst nog te behandelen.  

Vossenlintworm 

Ook in Nederland, met name het oosten van het land, is het risico op besmetting met de vossenlintworm groot. Hoewel de hond van deze parasiet weinig hinder ondervindt, kan hij wel eieren uitscheiden die gevaarlijk zijn voor mensen. Ontwormen van de hond vermindert de uitscheiding. Daarnaast kunt u zelf maatregelen treffen door onder andere goed de handen te wassen en geen wilde vruchten ongewassen te eten. 

Hartworm 

Hartworm is een parasiet die vooral in de warmere gebieden voorkomt, zoals Spanje, Zuid-Frankrijk en Griekenland. Het wordt overgebracht door een mug die we in Nederland gelukkig nog niet zien. De volwassen wormen beschadigen het hart en de grote vaten van de longen. Het behandelen van de worm is niet zonder risico en na de behandeling blijft de hond soms last houden door de aangerichte schade. Daarom is het verstandig om honden na bezoek van een risicogebied preventief te ontwormen en dit na 4 weken nogmaals te herhalen. Niet alle middelen beschermen tegen de hartworm, kom hiervoor even langs bij de kliniek. 

Teken 

In Zuid-Europa komen 2 ziektes voor die worden overgebracht door teken, namelijk Babesia en Ehrlichia. Tot nu toe hebben deze ziektes niet kunnen overleven in de Nederlandse tekenpopulatie maar ze worden wel gezien bij honden die in het buitenland zijn geweest. Babesiose is een ziekte van de rode bloedcellen. Het geeft in eerste instantie vage symptomen zoals koorts en sloomheid en uiteindelijk krijgt de hond bloedarmoede. Ehrlichia zit in een witte bloedcel en geeft in eerste instantie vaak weinig symptomen, pas maanden later ontstaan problemen zoals vermageren en bloedarmoede. 

Niet alle tekenmiddelen op de markt zijn even effectief. Wij adviseren voor de Zuidelijke landen een tekenmiddel dat tevens beschermt tegen de zandvliegen.  

Zandvliegen  

Zandvliegen zijn kleine mugjes, die voorkomen rond de Middellandse zee. Ze kunnen Leishmania overbrengen. Deze parasiet gaat door het hele lichaam en het duurt vaak lang voordat de ziekte zich openbaart. De eerste symptomen zijn vaak problemen met de huid, schilfers en korstjes op met name de oorranden, rond de ogen en de neusspiegel. Daarnaast worden honden slomer, mager en gaan ze stijver lopen. 

Vlooien en teken

Vlooien en teken zien we vaak als ongenode gast van uw hond. Door de zachtere winters van de laatste jaren komen ze ook steeds meer voor en is het tekenseizoen langer geworden.

De vlo

De vlo die we in Nederland zien is eigenlijk altijd de kattenvlo (Ctenocefalides Felis), honden hebben ook kattenvlooien. In de volksmond wordt ook dikwijls gesproken over nestvlooien en zandvlooien. Zandvlooien bestaan wel maar komen niet in Nederland voor. Nestvlooien zijn gewoon kattenvlooien die in het nest voorkomen. Ook konijnen, fretten en mensen kunnen door vlooien gebeten worden

Op uw huisdier bevinden zich alleen de volwassen vlooien. Na een bloedmaaltijd zal de vlo eitjes gaan leggen en die vallen vervolgens uit de vacht van uw kat. De eitjes komen uit en worden larven. De larven gaan verpoppen en deze poppen kunnen tot wel 1 1/2 jaar in leven blijven. Een hele cyclus duurt ongeveer 6 weken. Doordat de poppen zo lang overleven en “ontwaken” door trillingen kan het zijn dat lang nadat er ergens huisdieren hebben verbleven er zich een vlooienplaag kan voor doen. Dit zie je onder andere na terugkeer van vakantie, er ontstaan trillingen in huis en de poppen komen allemaal tegelijk uit, waardoor er een acuut vlooienprobleem ontstaat.

Waarom ontvlooien?

  • Jeuk: Door de vlooienbeten ontstaat er lokaal jeuk. Dit geeft aanleiding tot krabben en kan krabplekken of ontstekingen tot gevolg hebben.
  • Overbrenging lintworm: Als uw hond een vlo opeet door het poetsgedrag, kan uw hond besmet raken met lintwormen. Vandaar moet u uw hond ook altijd extra ontwormen bij een vlooienbesmetting. Zie ook wormbesmetting hond.
  • Vlooienallergie: Een beet van een vlo kan voldoende zijn om ernstige jeuk over heel het lijf te krijgen met ontstekingen en korstjes door het krabben en likken als gevolg. Bij een echte vlooienallergie is vlooienbestrijding essentieel.

Wanneer moet ik vlooien bestrijden?

Vlooien overleven in huis, daarom is in veel gevallen het hele jaar vlooienbestrijding nodig. Als u besluit om niet het hele jaar te ontvlooien dan is het noodzakelijk om geregeld met een vlooienkammetje te controleren of er vlooien of vlooienpoepjes aanwezig zijn in de vacht van uw hond.

Teken

Teken zien we door de zachte winters steeds meer. Ze spelen een rol in de overbrenging van verschillende ziektes bij de hond. Tegen Lyme kunt u eventueel ook vaccineren. Teken bevinden zich in struiken en grassen.

De cyclus van de teek

De teek ontwikkelt zich via een vervelling van larve tot nimf en vervolgens tot een volwassen teek. In dit laatste stadium kunnen mannetjes en vrouwtjes worden onderscheiden. Het is een zogenaamde drie gastheren parasiet, dat wil zeggen dat hij in elk van zijn drie ontwikkelingsstadia een nieuwe gastheer zoekt. Een gastheer kan een zoogdier, vogel maar ook een mens zijn.

Wanneer teken bestrijden bij uw hond?

De leefomgeving en het gedrag van uw hond bepaalt hoeveel risico hij heeft om teken op te lopen. Gaat u regelmatig met de hond naar plekken waar teken voorkomen dan is het verstandig om een goed tekenmiddel in te zetten.

Teken geven met name lokaal een irritatie en soms ook een ontsteking. Daarnaast kan een teek onder andere de ziekte van Lyme overbrengen.

Via de website tekenradar.nl kunt u kijken hoe hoog het verwachte activiteitsniveu van teken is.

De keuze van de bestrijdingsmiddelen

Voor zowel de vlooien- als de tekenbestrijding zijn er meerdere mogelijkheden.

  • Er is er een smakelijke tablet verkrijgbaar die bescherming geeft tegen zowel vlooien als teken voor een duur van 12 weken. Voor alleen vlooien zijn er ook tabletjes die 4 weken werkzaam zijn (als tekenbestrijding niet nodig is). Een enkele keer eet een hond de tablet niet spontaan op, tegenwoordig is er ook een pipet die 3 maanden werkzaam is.
  • Pipetten voor in de nek zijn er in verschillende soorten. Voor alleen vlooien of een combinatie van vlooien en teken.
  • Voor honden die naar Zuidelijk Europa gaan is een preventief middel tegen zandvliegjes nodig, daar zijn pipetten voor of banden.
  • Voor de omgeving zijn er allerlei sprays op de markt tegen vlooien. Een aantal vlooienpipetten hebben ook een omgevingswerking.

Maatwerk

Er is een ruime keuze op het gebied van de bestrijdingsmiddelen. Afhankelijk van de aard van uw hond, de besmettingsrisico’s en de gewenste manier van toedienen kunnen wij u helpen bij het maken van een keuze. Doordat we beschikken over de modernste middelen en up-to-date informatie kunnen wij u goed adviseren.

Worms2 Wormen

De meest voorkomende wormsoorten bij de hond zijn spoelwormen en lintwormen. Daarnaast moeten we ook rekening houden met longwormen, de vossenlintworm en de hartworm. Deze wat exotischere wormen komen voornamelijk in het buitenland voor.

Spoelwormen

De spoelworm van de hond is Toxocara canis. Spoelwormen leven in de dunne darm van de hond. Ze kunnen tot wel 18 cm lang worden. Omdat de volwassen wormen vrijwel nooit in de ontlasting en slechts een enkele keer in het braaksel voorkomen, is het voor u als eigenaar moeilijk te zien of uw dier besmet is met spoelwormen. Ook de eitjes zijn met het blote oog niet waarneembaar. Deze eitjes zijn zeer resistent tegen temperatuurschommelingen en tegen schoonmaakmiddelen, daarnaast kunnen ze enkele jaren infectieus blijven.

Pups worden meestal in het nest al besmet, dit kan zelfs al in de baarmoeder gebeuren, maar ook via de moedermelk. Daarnaast kunnen honden zich infecteren door prooidieren te vangen of eitjes met larven op te nemen uit de omgeving. Een hond die in het gras gaat rollen en zichzelf vervolgens wast kan zichzelf op deze wijze infecteren. Volwassen honden hebben zelden of nooit echt klachten vanwege spoelwormen. Bij pups die onvoldoende ontwormd worden is er wel vaak sprake van groeiachterstand bij een heftige infectie.

Lintwormen

Dypilidium caninum is de lintworm die bij honden regelmatig gezien wordt. Deze wordt overgebracht door vlooien, als een hond zich gaat wassen en een vlo op eet dan zal er een infectie plaats vinden. De lintworm leeft in de dunne darm. Geregeld laten er segmenten los (rijstenkorreltjes), deze vind u terug in de ontlasting of kunnen in de vacht blijven hangen aan het achterwerk van uw hond. De eitjes van de lintworm worden door vlooienlarven opgegeten en vervolgens eet de hond de vlo weer op.

Over het algemeen zijn de honden niet ziek van een lintworminfectie. Wel kan het zijn dat ze last krijgen van jeukklachten aan de anus. Bestrijding van deze lintworm is alleen nodig als de vlooienbestrijding onvoldoende is geweest. Bij een optimale vlooienbestrijding zal de hond niet geïnfecteerd raken met dypilidium caninum.

De vossenlintworm (Echinococcus multilocularis)

De vossenlintworm is een kleine lintworm die veelvuldig voorkomt bij vossen in grote delen van Europa. De kans op besmetting in Nederland wordt nog niet groot geacht, alhoewel er in het grensgebied met Duitsland, in Groningen en Limburg wel besmettingen voorkomen. In de ontlasting van de vos zitten eitjes van de lintworm, deze worden opgenomen door knaagdieren. Vervolgens kan een hond of kat de geïnfecteerde knager opeten en zelf besmet raken. De hond of kat gaat eitjes uitscheiden die aan de vacht kunnen blijven zitten. Daardoor kunnen mensen besmet raken. De vossenlintworm is een zogenaamde zoönose (van dier op mens overdraagbare aandoening).

Neemt u uw hond mee op vakantie naar een gebied waar de vossenlintworm endemisch is (veel voorkomt), dan is het raadzaam om uw hond na terugkomst gelijk te ontwormen. Als u langer als 4 weken weg blijft is het verstandig om iedere maand te ontwormen. Op onze praktijk kunt u advies inwinnen over welke middelen gegeven kunnen worden en wanneer dat nodig is.

Longworm (Angiostrongylus vasorum)

De Angiostrongylus vasorum (ook wel franse hartworm genaamd) komt steeds meer voor in grote delen van Europa, waaronder ook Nederland. Een hond raakt besmet door het opeten van larven. Deze larven kruipen via de lever naar de longen en zitten daar in de kleine bloedvaten. Ze leggen eitjes en dat worden weer kleine larfjes. Deze worden opgehoest en doorgeslikt. Daardoor komen ze in de ontlasting van de hond terecht. De slak fungeert als tussengastheer. Door het opeten van de slak (en mogelijk ook slakkenslijm wordt de hond vervolgens weer besmet.

De worm geeft algemene klachten:

  • sloomheid, slechte conditie,
  • slechte eetlust, vermageren
  • hoesten, benauwdheid, longontsteking
  • bloedingen in de huid, in de slijmvliezen en in de longen.

De diagnose longwormbesmetting wordt vanwege de algemene klachten nogal eens gemist. Bij hoestende honden zullen we, zeker als gangbare therapieën niet aanslaan, een ontlastingsonderzoek doen. Daarin vinden we de larfjes terug die in de ontlasting worden uitgescheiden.

Behandeling is goed uitvoerbaar, met ontwormingsmiddelen. De dosering van deze middelen is echter wel anders als bij de gangbare spoel- en lintwormen.

Hartworm (Dirofilaria Immitis)

Deze hartworm komt in Nederland niet voor maar wel in landen als Frankrijk (zuidelijk van Parijs), Italië, Spanje en andere landen rondom de middellandse zee. Deze worm wordt overgebracht door muggen. Deze wormen nestelen zich in het hart of de longslagader. Symptomen treden vaak pas op vele maanden nadat de infectie heeft plaats gevonden. Koorts, hartritmestoornissen, hoesten, vermoeidheid en afvallen zijn symptomen die kunnen passen bij een infectie.

Het behandelen van een hartwormbesmetting waar al volwassen wormen aanwezig zijn is een riskante onderneming. Preventie is dan ook de beste keuze in dit geval. Er bestaan middelen die tegen teken werken en ook een afwerende werking hebben tegen muggen. Daarnaast kan uw hond het beste ontwormd worden direct na de vakantie als deze korter is als 4 weken en een maand later nog een keer. Als u langer als 4 weken in het buitenland verblijft is het verstandig om iedere 4 weken te ontwormen met een middel dat de larvale stadia van deze worm aanpakt. Zo voorkomt u dat de volwassen wormen in het hart terecht komen.

Haakwormen en Zweepwormen

Haakwormen en zweepwormen komen voornamelijk voor in kennels, vaak speelt een verminderde hygiëne ook een rol bij deze besmettingen. Bij een geregelde ontworming tegen spoelwormen zullen deze wormen onder normale omstandigheden in Nederland bij een huishond niet tot klinische symptomen leiden.

Ontwormingsmiddelen

Er bestaan verschillende middelen tegen wormen, de meeste producten pakken zowel de spoelwormen als de lintwormen aan. In het geval van lintwormbesmetting is ook een goede vlooienbestrijding essentiëel. Er bestaan tabletten, vloeistoffen en pasta’s voor ontworming. Ook bestaan er combinatiepreparaten tegen vlooien, mijten  en spoelwormen die in druppelvorm in de nek kunnen worden toegediend.

Ontwormingsschema

Door de ESCCAP (European Scientific Council Campanion Animal Parasites) is er een ontwormingsadvies opgesteld.

Jonge pups zijn altijd besmet met spoelwormen, daarom moet er al vroeg met ontwormen begonnen worden. Het advies is om pups op 2,4,6,8 en 12 weken leeftijd te ontwormen. Daarna op de leeftijd van 4,5 en 6 maanden.

Afhankelijk van de leefomstandigheden en de voeding is het ontwormingsadvies na de leeftijd van 6 maanden maatwerk.

Terug naar Gezelschapsdieren