Heusden & Altena



PPID (Ziekte van Cushing)

PPID (Ziekte van Cushing)

PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction. De ziekte werd vroeger ‘Ziekte van Cushing’ genoemd. PPID is een storing in de hormoonafgifte in het hersenaanhangsel (hypofyse) van een paard. Bij paarden met PPID geeft de hypofyse teveel hormonen af. We zien de aandoening veel bij oudere paarden. 20-30% van paarden ouder dan 15 jaar wordt heeft Cushing. Maar het kan ook bij jongere dieren voorkomen, ook bij paarden vanaf 7 jaar is Cushing al gediagnosticeerd.

Symptomen

Het teveel aan hormonen kan verschillende symptomen geven. Het bekendst is bij deze patiënten de lange, krullerige vacht en het slechte verharen, die in het gevorderde stadium van de ziekte vaak een makkelijke herkenning mogelijk maakt. Maar er komen in de fase daarvoor, waarin de ziekte zich langzaam ontwikkelt, zeker nog andere symptomen voor. Een voorbeeld daarvan is dat bij paarden met PPID vaak hoefbevangenheid optreedt. In het najaar is PPID zelfs in ongeveer 70% van de gevallen de veroorzaker van deze ernstige voetaandoening. Dit kan het eerste symptoom zijn van de ziekte, dus nog vóór er bijvoorbeeld een krullerige vacht zichtbaar is. Bij een paard dat hoefbevangen wordt zonder duidelijke oorzaak is het dus verstandig het dier te laten onderzoeken op PPID. Ook verminderd presteren kan een symptoom zijn. Andere symptomen die worden gezien zijn o.a.: veel drinken en veel plassen, hoge gevoeligheid voor infecties, onvruchtbaarheid, verlies van spieren en een buikig model en abnormaal zweten.

 

Diagnose

Sinds enkele jaren is het veel makkelijker om goed onderzoek uit te voeren naar de ziekte. Een bloedmonster is al voldoende om een bepaling te doen van het hormoon ACTH en zo de diagnose betrouwbaar te kunnen stellen. De beste tijd om onderzoek uit te voeren is in het najaar (september en oktober) vanwege een hogere ACTH waarde bij PPID paarden in deze periode.